Boedapest wordt vaak het ‘Parijs van het Oosten’ genoemd. En terecht. De Hongaarse hoofdstad is elegant, bruisend en betaalbaar.
De stad bestaat uit twee delen, gescheiden door de machtige Donau: het heuvelachtige, historische Boeda en het vlakke, levendige Pest. Hier zijn 15 dingen die je niet mag missen.
1. Het Parlement

Dit is zonder twijfel het mooiste gebouw van de stad (en misschien wel van Europa). Het parlement is gigantisch: 268 meter lang en versierd met 40 kilo bladgoud.
Boek ruim van tevoren een rondleiding om de Heilige Hongaarse Kroon en de prachtige trappenhuizen te zien. Tip: Loop na je bezoek even langs de Donau-oever naar het aangrijpende monument ‘Schoenen op de Donaukade’.
2. Vissersbastion

Het lijkt op een sprookjeskasteel uit een Disney-film, maar het Vissersbastion is eigenlijk een enorm uitkijkterras. De zeven witte torentjes staan symbool voor de zeven Hongaarse stammen.
Vanaf hier heb je het allerbeste uitzicht over de Donau en het Parlementsgebouw aan de overkant. Kom heel vroeg in de ochtend (voor 9:00 uur) om de bussen met toeristen voor te zijn.
3. Burcht van Boeda (Koninklijk Paleis)

Dit enorme paleiscomplex torent 70 meter boven de rivier uit. Eeuwenlang woonden hier de Hongaarse koningen.
Tegenwoordig vind je er musea zoals de Hongaarse Nationale Galerie. Je kunt met de kabelbaan (Siklo) omhoog, maar wandelen is net zo leuk. Dwaal door de paleistuinen en geniet van het uitzicht.
4. Széchenyibaden

Boedapest is een stad van thermale baden. De bekendste (en grootste) is Széchenyi. Het felgele neobarokke gebouw is prachtig.
Buiten dobber je in heerlijk warm water terwijl de locals een potje schaken op drijvende schaakborden. Ook in de winter, als het buiten vriest en de stoom van het water afkomt, is dit een magische ervaring.
5. De Ruin Bars (Szimpla Kert)
Boedapest staat bekend om zijn unieke uitgaanscultuur. In oude, vervallen panden in de Joodse wijk zijn creatieve kroegen ontstaan: de ‘ruin bars’.
De moeder aller ruin bars is Szimpla Kert. Het is een doolhof van kamers vol bizarre decoratie: van een oude Trabant tot badkuipen en discobollen. Overdag is er vaak een boerenmarkt, ’s avonds is het feest.
6. Kettingbrug (Széchenyi Lánchíd)
De oudste en beroemdste brug van de stad. De brug wordt bewaakt door vier stenen leeuwen (die volgens de legende geen tong hebben, maar als je goed kijkt hebben ze die wel!).
Na een jarenlange renovatie is de brug in 2023 weer geopend en ’s avonds prachtig verlicht. Het is de perfecte wandelroute van Pest naar Boeda.
7. Matthiaskerk

Vlak naast het Vissersbastion staat deze unieke kerk. Het dak is gedekt met kleurrijke keramische tegels in een ruitpatroon.
Binnen is de kerk anders dan je gewend bent: elke centimeter muur en pilaar is beschilderd met patronen in warme kleuren. Hier werden vroeger de koningen van Hongarije gekroond (waaronder Sissi en Frans Jozef).
8. Sint-Stefanusbasiliek

De grootste kerk van de stad is precies even hoog als het parlement (96 meter), om de gelijkheid tussen kerk en staat te symboliseren.
De kerk herbergt een bijzonder (en beetje luguber) relikwie: de gemummificeerde rechterhand van koning Stefanus, de eerste koning van Hongarije. Beklim de koepel voor een 360-graden uitzicht over het vlakke deel van de stad.
9. Grote Markthal (Nagyvásárcsarnok)

Heb je honger? Ga naar de Grote Markthal. Op de begane grond vind je bergen paprika’s, worsten en ganzennlever. Boven kun je goedkoop eten bij de vele stalletjes.
Probeer zeker een Lángos: een gefrituurde deegpannenkoek met zure room en kaas. Een vettige maar heerlijke Hongaarse snack.
10. Heldenplein (Hősök tere)

Aan het einde van de chique Andrássy Boulevard ligt dit indrukwekkende plein. De zuilengalerij staat vol met beelden van Hongaarse koningen en helden.
Het plein is de toegangspoort tot het Stadspark (Városliget), waar je de dierentuin, het circus en de Széchenyibaden vindt. In de winter is hier een enorme schaatsbaan.
11. Huis van de Terreur (Terror Háza)

Een museum dat je bij de keel grijpt. Gevestigd in het voormalige hoofdkwartier van de nazi-partij én later de communistische geheime politie.
Het museum vertelt het verhaal van de dubbele bezetting van Hongarije. Je bezoekt ook de kelders met de originele gevangeniscellen. Heftig, maar essentieel om de geschiedenis van het land te begrijpen.
12. Vajdahunyadburcht

Midden in het stadspark staat dit bijzondere kasteel. Het werd in 1896 gebouwd voor de Wereldtentoonstelling om de verschillende bouwstijlen van Hongarije te laten zien.
Het is dus eigenlijk een ‘nepkasteel’, maar daardoor niet minder mooi. Het combineert gotiek, renaissance en barok en ligt prachtig aan een vijver waar je in de zomer kunt waterfietsen.
13. Gellért Heuvel & Citadella
Voor het beste panorama over de hele stad moet je de Gellért Heuvel beklimmen. Bovenop staat het Vrijheidsbeeld (een vrouw met een palmblad) dat over de stad waakt.
Aan de voet van de heuvel ligt het prachtige Hotel Gellért met zijn beroemde badhuis in Art Nouveau stijl. De mozaïeken en glas-in-loodramen hier zijn schitterend.
14. Hospital in the Rock

Onder de Burchtheuvel ligt een kilometerslang grottenstelsel. In de Tweede Wereldoorlog werd hier een geheim noodhospitaal ingericht, dat later in de Koude Oorlog werd uitgebreid tot atoomkelder.
Het is nu een museum (‘Sziklakórház’) waar de tijd heeft stilgestaan. Met wassen poppen en originele instrumenten wordt de beklemmende sfeer van toen nagebootst.
15. Café Gerbeaud

Sluit je reis af in stijl bij het beroemdste koffiehuis van Hongarije. Café Gerbeaud aan het Vörösmarty plein bestaat al sinds 1858.
Onder de kristallen kroonluchters en in fluwelen stoelen geniet je van een stuk ‘Dobos-taart’ (laagjestaart met karamel). Het is prijzig, maar je betaalt voor de grandeur van de oude Oostenrijk-Hongaarse dubbelmonarchie.