Du vin, du pain et du Boursin. Grote steden als Parijs en Lyon. Maar La douce France is zoveel meer dan dat. Verspreid over het land liggen kleine stadjes en dorpjes waar de tijd lijkt te vertragen: smalle steegjes, kinderkopjes (voor alle duidelijkheid, dat zijn ronde straatstenen), stenen huizen en uitzicht op heuvels of kliffen.
Hieronder 12 alleraardigste stadjes en dorpen die zeker een omweg waard zijn. Verwacht schilderachtige vergezichten, oude omwallingen, veel bloemen en altijd wel ergens een terras voor een fris wijntje.
12. Peillon

Peillon is een middeleeuws, autovrij bergdorp op een rotskam in het achterland van Nice, op zo’n 20 kilometer van de kust. De huizen lijken tegen de rotswand geplakt, de straatjes zijn steil en lopen via trappen en kleine tunnels door het dorp. Volgens de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur is Peillon een van de mooiste “perchés villages” rond Nice, met mooie uitzichtpunten en goed bewaarde dorpsarchitectuur.
Omdat auto’s buiten het dorp blijven, wandel je hier volledig op je gemak rond. Goede schoenen zijn geen overbodige luxe: je gaat regelmatig trap op, trap af en soms moet je bukken onder lage doorgangen.
11. Dinan

Dinan in Bretagne is een compacte vestingstad boven de rivier de Rance, omgeven door metersdikke stadsmuren. In het centrum vind je kinderkopjes, vakwerkhuizen, stadspoorten en een imposant kasteel. Het voelt echt als een openluchtmuseum, met smalle straatjes die afdalen naar de rivier en uitzichtpunten over de vallei.
Op donderdag is er markt en vult het stadje zich met kramen vol lokale producten. Wandel zeker over de vestingmuren en door de steile Rue du Jerzual naar de oude haven. Daar zie je hoe Dinan ooit leefde van handel over het water, terwijl het nu vooral een sfeervolle tussenstop is op een rondreis door Bretagne.
10. Rochefort-en-Terre

Rochefort-en-Terre, in de Morbihan, is officieel geklasseerd als een van de “Plus Beaux Villages de France”. Het dorp ligt op een rotsplateau en staat bekend om zijn met bloemen versierde granieten huizen, houten gevels en zorgvuldig onderhouden straatbeeld. De regio Bretagne beschrijft Rochefort-en-Terre als een “klein juweel” met geplaveide steegjes en huizen met bloembakken vol geraniums.
Op en rond het centrale plein vind je ambachtelijke winkels, crêperies en kleine galerieën. In augustus is er een religieus feest ter ere van Notre-Dame de la Tronchaye, maar ook buiten die periode is er genoeg te beleven. Meer praktische info en tips staan op de site van Rochefort-en-Terre Tourisme.
9. Eze

Èze is een spectaculair gelegen bergdorp aan de Franse Rivièra, als een adelaarsnest boven de Middellandse Zee. De middeleeuwse straatjes kronkelen naar de ruïnes van het oude kasteel, waar nu de exotische tuin Jardin Exotique d’Èze ligt. Vanaf hier kijk je uit over de kustlijn tussen Nice en Monaco.
Onderweg kom je parfumerieën, kunstgaleries en een barokke kerk tegen, die volgens de lokale toerismesites teruggaat op een oudere tempeltraditie in het gebied. De klim is stevig, vooral in de zomer, maar met voldoende pauzes en water is het goed te doen. Boven wacht een combinatie van geschiedenis, tuin en panorama.
8. Etretat

Étretat aan de Normandische kust staat wereldwijd bekend om zijn witte krijtkliffen en natuurlijke bogen in de rotswand. De boog Porte d’Aval en de naaldrots L’Aiguille d’Étretat zijn iconische uitzichtpunten, vaak vastgelegd door schilders als Monet en Courbet. De dienst Le Havre Étretat Normandie Tourisme heeft verschillende wandelroutes langs de kliffen beschreven.
In het dorp zelf vind je een kiezelstrand, een kleine jachthaven en een compact centrum met cafés en restaurants. Wie geïnteresseerd is in luchtvaartgeschiedenis kan op zoek gaan naar sporen van “L’Oiseau Blanc”, het vliegtuig dat in 1927 bij Étretat voor het laatst werd gezien tijdens een poging tot een non-stopvlucht Parijs–New York.
7. Riquewihr

Riquewihr ligt midden in de Elzasser wijngaarden en combineert stadsmuren en vakwerkhuizen met wijnkelders en proeflokalen. Het dorp is beroemd om zijn goed bewaarde 16e-eeuwse architectuur en wordt vaak genoemd als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het lokale Office de Tourisme du Pays de Ribeauvillé et Riquewihr helpt je op weg met wandelingen door het dorp en de wijnbergen.
Door de ligging aan de Route des Vins d’Alsace kun je een bezoek aan Riquewihr makkelijk combineren met wijnproeverijen in de omgeving. In de kerstperiode is het dorp extra sfeervol met marktkraampjes, verlichting en lokale specialiteiten, maar ook in de lente en zomer is het aangenaam druk.
6. Saint-Veran

Saint-Véran, in het Parc Naturel Régional du Queyras in de Hautes-Alpes, wordt vaak beschreven als de hoogste permanent bewoonde gemeente van Europa, op meer dan 2000 meter hoogte. Het dorp is geklasseerd als een van de “Plus Beaux Villages de France” en staat bekend om zijn houten balkons, zonnewijzers en traditionele huizen, de “fustes”.
Zowel in de zomer als in de winter is Saint-Véran populair bij wandelaars, langlaufers en liefhebbers van rust. Door de hoogte kunnen de weersomstandigheden snel omslaan; goed voorbereid de bergen in gaan is hier geen luxe maar een noodzaak.
5. Moustiers-Sainte-Marie

Moustiers-Sainte-Marie ligt tegen steile kalkrotsen aan de rand van de Gorges du Verdon en wordt vaak genoemd als een van de mooiste dorpen van Provence. Door de rotsen loopt een ketting met een gouden ster, een symbool waar verschillende legendes over bestaan. Het dorp is bovendien beroemd om zijn faience-aardewerk, dat je in diverse ateliers en winkels terugziet.
In de nauwe straatjes vind je fonteintjes, terrassen en kleine boetiekjes. Je kunt omhoog wandelen naar de kapel Notre-Dame de Beauvoir voor uitzicht op het dorp en het omliggende landschap.
4. Sant’Antonino

Sant’Antonino op Corsica is een echt “nid d’aigle”, een adelaarsnest op een granieten rots in de Balagne, op ongeveer 500 meter hoogte. Het dorp wordt gerekend tot de oudste dorpen van het eiland en is geklasseerd als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Volgens Visit Corsica is de ligging zo markant dat je Sant’Antonino vanaf veel plekken in de regio kunt zien.
Auto’s blijven buiten het dorp; je verkent de steile, geplaveide steegjes te voet. Onderweg kom je langs de resten van een kasteel, een kerk en uitzichtpunten richting zee en de valleien.
3. Roussillon

Roussillon in de Vaucluse ligt in het hart van het grootste okergebied van Europa. Het dorp is geklasseerd als een van de “Plus Beaux Villages de France” en valt meteen op door de rood-, oranje- en geelgetinte gevels. De kleuren komen van het ijzerhoudende oker in de omgeving, dat eeuwenlang als pigment werd gewonnen.
Direct buiten het dorp start het Sentier des Ocres, een wandelpad langs voormalige okergroeven met felgekleurde rotsformaties. Binnen de dorpskern is het fijn dwalen door de straatjes, op zoek naar uitzichtpunten en kleine ateliers.
2. Eguisheim

Eguisheim, net ten zuiden van Colmar in de Elzas, is bekend om zijn cirkelvormige straatpatroon rond een oud kasteel. De vakwerkhuizen zijn fel gekleurd en rijk versierd met bloemen. Het dorp is sinds 2003 geklasseerd als een van de “Plus Beaux Villages de France” en werd bovendien eens verkozen tot “Village préféré des Français”.
Eguisheim ligt midden aan de Route des Vins d’Alsace en is omringd door wijngaarden. In de dorpskern kun je wijn proeven bij verschillende producenten of met een toeristentreintje door de omgeving rijden. .
1. Gordes

Gordes ligt spectaculair op een vooruitstekende rots in het Luberon-gebergte. De lichtgekleurde stenen huizen lijken op elkaar gestapeld tegen de helling, met bovenaan het kasteel en de kerk. Het dorp is officieel geklasseerd als een van de mooiste dorpen van Frankrijk en is een icoon van de Provence.
In de omgeving vind je de abdij van Sénanque met haar lavendelvelden, het openluchtmuseum Village des Bories en talloze wandelroutes door het Parc Naturel Régional du Luberon. In Gordes zelf helpt het lokale toeristenbureau je op weg met plannen: van korte dorpswandeling tot dagtocht in de regio. Een plek om rustig van te worden, maar ook om telkens weer iets nieuws te ontdekken.