Het Alhambra in Granada is de kroonjuweel van Spanje. Dit middeleeuwse fort en paleizencomplex is een van de belangrijkste overblijfselen van de Moorse overheersing op het Iberisch schiereiland.
Het is mysterieus, wiskundig perfect en adembenemend mooi. Hier zijn 10 dingen die je moet weten over deze ‘Rode Burcht’.
10. Van Romeinen tot Nasriden
Hoewel de Moren het Alhambra groot hebben gemaakt, waren zij niet de eersten. Op de strategische heuvel ‘La Sabika’ stonden waarschijnlijk al Romeinse versterkingen.
De echte bloei begon pas in de 13e eeuw onder de Nasriden-dynastie. Zij bouwden de waanzinnige paleizen (Palacios Nazaríes) die we nu nog steeds kunnen bewonderen. Het was het laatste bolwerk van de moslims in Spanje.
9. Een botsing van stijlen (Karel V)

Het Alhambra is door de eeuwen heen flink veranderd. Het meest bizarre voorbeeld staat midden in het complex. Na de christelijke herovering besloot Keizer Karel V dat hij er ook wilde wonen.
Hij liet een gigantisch, vierkant renaissancepaleis bouwen dwars door de delicate Moorse architectuur heen. Het contrast tussen de lompheid van het paleis van Karel V en de verfijning van de Nasriden-paleizen is enorm.
8. De muren kunnen praten

Als je goed kijkt, zie je dat bijna elke centimeter van de muren bedekt is met kalligrafie. Het Alhambra is als een open boek.
Er staan gedichten op, lofzangen aan de sultans en verzen uit de Koran. De zin die je het vaakst ziet (meer dan 9000 keer!) is het motto van de Nasriden: “Wa la ghalib illa Allah” (Er is geen overwinnaar behalve God).
7. Moskee wordt Kerk

In 1492 viel Granada en namen het katholieke koningspaar Ferdinand en Isabella de sleutels van het Alhambra in ontvangst. Ze waren zo onder de indruk van de schoonheid dat ze het complex niet vernietigden (wat vaak wel gebeurde).
Wel pasten ze het aan: de moskee werd een kerk en er werden christelijke symbolen toegevoegd aan het interieur.
6. De Mythe van de Imperfectie

Er gaat een verhaal rond dat de islamitische bouwmeesters bewust kleine foutjes maakten in de geometrische patronen, omdat alleen Allah perfect kan zijn.
Hoewel dit een mooi verhaal is, zeggen moderne experts dat de meeste ‘foutjes’ waarschijnlijk gewoon menselijke vergissingen of latere reparaties zijn. De wiskunde achter de patronen is namelijk van ongekend hoog niveau.
5. Boek je tickets maanden van tevoren!

Dit is geen leuk weetje, maar een bittere noodzaak: het Alhambra is de drukst bezochte bezienswaardigheid van Spanje. Er is een limiet aan het aantal bezoekers per dag.
Wil je de Nasriden-paleizen (het mooiste deel) zien? Koop je tickets dan minimaal 2 tot 3 maanden van tevoren online. Elke dag moeten honderden teleurgestelde toeristen bij de poort worden weggestuurd.
4. Napoleon blies het bijna op
Het scheelde weinig of het Alhambra had niet meer bestaan. Toen de Franse troepen van Napoleon zich in 1812 terugtrokken, probeerden ze het hele complex op te blazen.
Verschillende torens werden verwoest, maar de legende gaat dat een moedige Spaanse soldaat (Jose Garcia) de lont naar de belangrijkste explosieven net op tijd doorsneed. Hij redde daarmee dit werelderfgoed.
3. De Rode Burcht
De naam ‘Alhambra’ komt van het Arabische al-Qal’a al-hamra, wat ‘De Rode Burcht’ betekent. Die naam verwijst naar de rode klei waarvan de muren en torens zijn gemaakt.
Vooral tijdens zonsondergang, als de muren in vuur en vlam lijken te staan door het zonlicht, doet het complex zijn naam eer aan.
2. Airconditioning uit de Middeleeuwen

In de bloedhete zomers van Andalusië blijft het in het Alhambra verrassend koel. De Moren waren meesters in watermanagement.
Overal stroomt water: in goten, fonteinen en vijvers. Dit water komt rechtstreeks uit de bergen van de Sierra Nevada. Het stromende water koelt de lucht af en het geluid zorgt voor een rustgevende sfeer in de tuinen (de Generalife).
1. Escher en de wiskundige tegels

De Nederlandse kunstenaar M.C. Escher bezocht het Alhambra in 1922 en 1936 en was gefascineerd door de mozaïeken (azulejos).
De islamitische kunstenaars wisten alle 17 wiskundig mogelijke manieren om een vlak te vullen met patronen toe te passen. Escher gebruikte deze technieken later voor zijn beroemde tekeningen met vogels en vissen die naadloos in elkaar overlopen.